Als tussengerecht maakten we deze Portobello-cappucino met maanzaadstengel. Een verrassend gerechtje wat heel anders smaakt dan dat je zou verwachten. Maar wel erg lekker.
Voor 12 personen:
Ingrediënten:
- 60 gram gedroogde paddenstoelen
- 3 groentebouillontabletten
- 3 tl boter
- 3 sjalotten (fijn gesnipperd)
- 6 portobello ’s
- 9 takjes tijm
- 6 tl bloem
- 3 tl olie (eventueel truffelolie)
- 300 ml room
- 3 plakjes bladerdeeg
- 1 ei
- Snufje zout
- Maanzaad
Bereiding:
Snij uit elke plakje bladerdeeg 6 gelijke repen en bestrijk ze met het eigeel en verdeel het maanzaad erop.
Leg ze op het bakpapier en bak ze in ongeveer 10 min. goud bruin.
Verwarm de oven op 220 gr en leg een vel bakpapier op de bakplaat. Kluts het ei met een snufje zout
Week de gedroogde paddenstoelen in een 1,5 liter kokend water en los de bouillontabletten hierin op. Verhit de boter in een soeppan en fruit hierin de sjalotjes ca 4 minuten. Snijd van een portobello 6 dunne plakjes (houd deze achter) en snijd de rest fijn. Voeg de fijngesneden portobello en de blaadjes van 6 takjes tijm toe aan de sjalot en bak nog een paar minuten. Bestrooi met bloem en bak kort mee. Giet de bouillon met de geweekte paddenstoelen erbij en breng al roerend aan de kook. Laat de soep ca 10 minuten zachtjes koken. Bak intussen de plakjes portobello in de olie aan beide kanten goudbruin en laat uitlekken op keukenpapier. Klop de room met een snufje zout lobbig en zet in de koelkast.
Pureer de soep met een staafmixer helemaal glad en breng op smaak met peper en eventueel een paar druppels truffelolie.
Schep de soep in glazen en schep er een flinke lepel room op. Garneer met half plakje portobello en de rest van de tijm.
Leg de maanzaadstengel bovenop het glas met Portobello-cappucino