Een heerlijke doperwten-venkelsoep maak je -uiteraard- met doperwten, hoewel deze soep ook erg lekker is met tuinbonen. Maar hieronder schrijven we het oorspronkelijke gerecht dat afkomstig is uit het kookboek “La joie de vivre” van Béatrice Peltre.
Ingrediënten: (12 personen)
- Klontje boter
- 4 sjalotjes
- 2 dessertlepels venkelzaad
- 2 preien (alleen het witte deel)
- 6 teentjes knoflook
- 2 venkelknollen, groen apart houden
- Gemalen Szechuanpeper
- 1 ½ l kippenbouillon
- 400 g diepvriesdoperwten (of tuinbonen)
- 2 dl crème fraiche
- 12 gamba‘s 2 el groene tabasco
Bereidingswijze:
Hak eerst de sjalotjes, 4 teentjes knoflook, de prei en de venkel redelijk fijn. Ze worden nog gemalen, dus heel fijn hoeft niet;
Bak de sjalot, de knoflook en het venkelzaad in een pan met een dikke bodem waar de hele soep in past;
Als het mengsel begint te geuren de prei erbij doen, even omroeren, en dan de venkel toevoegen. Laat nog een paar minuten bakken, zonder bruin te laten worden, tot de venkel zachter wordt. Bestrooi met de peper.
Giet de kippenbouillon erbij en breng zacht aan de kook. Laat zo’n twintig minuten koken, tot de venkel zacht is.
Doe vervolgens de erwten (of de tuinbonen) erbij. Kook nog een minuut of 7 tot ze gaar zijn. Zet het vuur uit en maal de soep met de staafmixer.
Proef op zout en peper, maar bedenk dat er nog pittige room in komt.
Vermeng de crème fraîche met de tabasco.
Bak de garnalen met 2 teentjes knoflook en pel ze vervolgens; een ongepelde garnaal is onhandig in soep.
Schep de doperwten-venkelsoep in voorverwarmde borden(of kopjes) en leg in elk bord/kopje een dotje room en twee of drie garnalen, Garneer met wat fijngesneden venkelgroen.